Nieuw toetsingskader IGJ: voor meer mensgerichte zorg

Herbergier: meer mensgerichte zorg, minder afvinklijstjes
In de media

De nieuwe persoonsgerichte toetsingsvorm binnen de ouderen- en gehandicaptenzorg wordt door zowel de inspectie als door zorgaanbieders als positief ervaren. Dat meldt de IGJ woensdag 18 april op haar website. De Herbergier vindt het loslaten van vinkenlijstjes en meer toetsing op mensgerichte zorg een positieve ontwikkeling.

De inspectie houdt er sinds maart 2017 een andere toetsingsmethode op na. In plaats van de bekende afvinklijstjes is er nu meer ruimte voor het kijken naar persoonsgerichte zorg, de deskundigheid van medewerkers en het sturen op kwaliteit en veiligheid.

Inspecteur in de Herbergier

“Met deze nieuwe vorm kan een inspecteur beter beoordelen of de zorg aan ouderen en mensen met een beperking veilig, professioneel en persoonsgericht is”, verklaart de IGJ. “De inspectie gebruikt hiervoor een observatiemethode en kijkt daarmee hoe cliënten de zorg ervaren en hoe medewerkers met cliënten omgaan.”

De inspecteur zal voortaan bij bezoeken in de woonkamer van de Herbergier aanwezig zijn. Daarmee wil hij de verbinding met gasten, medewerkers en eventuele aanwezige vertegenwoordigers opzoeken. Door het starre afvinklijstje deels los te laten, ontstaat er meer ruimte voor de kwaliteit van de geleverde zorg. Wat de Herbergier betreft een positieve ontwikkeling.

Aandachtspunten IGJ

De IGJ heeft onderzoek gedaan naar de bevindingen over de nieuwe toetsingsvorm in het zorglandschap. ‘‘In grote lijnen zijn zorgaanbieders en koepels er positief over’’, aldus de inspectie. Dit komt doordat er nu meer wordt gekeken naar mensgerichte zorg. ‘‘De nieuwe manier waarop het rapport is geschreven, is daardoor meer herkenbaar en geeft houvast voor verbeteringen.’’

Kritiek is er echter ook: zo krijgen zorgorganisaties nog niet altijd helder inzicht in hoe de IGJ tot haar oordeel komt. De inspectie geeft aan de verbeterpunten ter harte te nemen: ‘‘De zorg verandert immers en het toezicht verandert mee.’’

Delen: